Tag archieven: de pennen zijn geslepen

Opgeruimd staat netjes

2016 stond voor ons in het teken van de grote opruiming. Omdat mijn partner en ik al 2 jaar wisten dat we zouden gaan verhuizen, verslofte het onderhoud aan het huis waar we in woonden op bepaalde punten, je doet toch gewoon iets minder je best als je weet dat je binnenkort vertrekt. Aangezien het huis van de woningbouwvereniging was, kijk je er toch anders tegenaan dan wanneer het je eigen woning betreft. Voor de eerste keer in 43 jaar snap ik hoe dat voelt.

Het lijkt net op een slechte relatiebreuk; je weet dat het voorbij is, maar je moet het nog met elkaar uitzingen totdat je een eigen woonruimte hebt gevonden. Je bent op elkaar uitgekeken, gaat met tegenzin naar ‘huis’, wilt eigenlijk het liefst zoveel mogelijk weg zijn en de seks gaat zonder gevoel – als we er dan toch zijn, of haal ik nu iets door elkaar. Vreselijk. Sommige kunnen dat jaren volhouden, ik moet er niet meer aan denken.

Niet dat de relatie erg slecht was, daar niet van.
Het was een prima relatie – voor zover je een relatie met een huis kan hebben. Het voelde als een thuis voor 6 jaar; het was warm als we thuis kwamen, we gaven het dure vloerbedekking, het behang zat er strak op en we zorgde dat er een mannetje kwam die wist wat het nodig had als het zich niet lekker voelde; een getrimde heg hier, een likje verf daar, een doekje tegen het lekken. Pappen en nathouden. De provisorische reparaties die we zelf aan het huis deden waren prima om het leefbaar te houden, voor een tijdje. Maar je elke nieuwe reparatie stelde we uit; moet dat nu echt, kan dat niet wachten, nu even niet hoor. Op een gegeven moment werkt dat tegen je. Je krijgt alleen nog maar meer een hekel aan elkaar. Genegenheid voor elkaar slaat om in een hekel aan elkaar krijgen. Je scheldt wat af en smijt wat harder met de deuren.

Maar op een gegeven moment weet je dat het over is, dat het niet langer kan. De relatie – hoe kort die ook was – is voorbij. De heg staat er verloren bij, de insecten lopen verend over een dikke laag stof, alle krullen zijn door de kat van de trap gekruld, het gescheurde doek van de markies klappert moedeloos in de wind. Het mooie is er vanaf, de rimpels en kraaienpoten springen in het glazuur. Niet zo vreemd voor een huis van 65 jaar oud, dat al door tientallen anderen is uitgewoond. Een beetje ervaring is niet erg, maar het voelt toch wat ongemakkelijk wanneer je die penetrante geur van je voorgangers niet weg kunt krijgen. Als je kokhalzend de trapkast uitkomt, ga je toch vreemde dingen denken. Hoogtijd dus om de boel op te ruimten en in te ruilen voor een jonger exemplaar. In dit geval misschien twijfelachtig jong, nog niet eens ingewerkt. Een aantal onderdelen nog vers in de verpakking.

Tijd om nieuwe herinneringen te maken, om in een opgeruimd huis te wonen. Waar alles nog werkt, zonder het gezucht van 65 jaar dienst. Onbevlekt, geen achtergebleven bagage van voorgangers.

De wierook verwelkomt de geesten die ons stukje land hebben bewoond, we komen in vrede. Laat de nachtmerries van ons vorige leven de achtergebleven bagage zijn voor de nieuwe bewoners, wij hebben er lang genoeg mee rondgelopen.

2016 stond niet alleen in het teken van afscheid nemen, er moest ook schoongemaakt worden op geestelijk gebied. Bagage die al jaren met elke verhuizing meeging, en als een loden loost op mijn rug hing, vond dit jaar een plekje. Net als het huis, heb ik op een aantal punten het onderhoud laten versloffen, uitgesteld in de hoop dat er wel iemand langskwam die verstand van zaken had. Ik kocht wat mooie kleding, een ander uiterlijk, maar vanbinnen moesten er nodig wat reparaties gedaan worden. Al met al was 2016 een uitdagend jaar. Draken genoeg om te temmen, draken doden doe ik niet – zonde van die prachtige beesten.

Een fantastisch schrijfjaar; een geweldig schrijfweekend met Marja West, top 50 gehaald in een schrijfwedstrijd van Heel Nederland Schrijft, gepubliceerd, tof verhaal voor De Pennen Zijn Geslepen, 2 vervolgverhalen bij Thrillerlezers en heerlijke kleine verhaaltjes geschreven. Toffe auteurs ontmoet zoals Pjotr Vreeswijk en Max van Olden, en mijn doel van 1 boek per maand, bijna, gehaald. Het is misschien niet veel voor de gemiddelde lezer, maar ik ben er blij mee. Echte barkeepers heten Henk, De weg van het water, De verzamelaar, Falco en de gestolen Stympha’s en Drijfzand zijn mijn favorieten van het afgelopen jaar.

Voor nu neem ik het er nog even een paar dagen van, even uitrusten en bijkomen. De Alex-vormige afdruk in de bank zit – en ligt – past mij perfect. Ik ga nog even een paar dagen genieten van ons nieuwe huis, mijn eerste kilometers maken van het nieuwe jaar op de racefiets en leuke verhaallijnen verzinnen.

2017 wordt mijn schrijfjaar: begonnen met een minicursus van Marelle Boersma en in mei staat ons een schrijfweek met Marlen Beek-Visser te wachten, dus voor die tijd flink sleutelen aan mijn verhaal. Of gewoon slapen. Heel veel slapen…mmmmmm…slapen.

Een fijn 2017, maak er wat mooiers van.

Loading

Het mes snijdt aan twee kanten

Het broodmes zakt diep in het vlees. Geen sensatie, geen extase, maar verwarring. Waarom voel ik nu ook niets. Langzaam druk ik het mes dieper, totdat ik het bot van mijn pols raak. Een scherpe, brandende pijn overmant me. Heerlijk. Het bloed sijpelt via het lemmet langs mijn hand op de grond en vormt een plas. Een gevoel van gelukzaligheid. Ik leef. Sterf, verdomme. Ik voel de kracht uit mijn benen wegvloeien, eindelijk grip op mijn leven.
‘Wat sta je nou te dromen, Iris. Dat mes wordt niet vanzelf schoon. Hier, een theedoek. Treuzel niet zo, ik heb nog meer te doen.’ Ma smijt de theedoek in mijn gezicht, het mes valt op de grond. Ik zak door mijn knieën en raap het op. Ongeduldig staat ze met een net gesopt mes te wachten. Zal ik? Ik droog de messen en leg ze in de besteklade. Morgen, echt.

Lees verder Het mes snijdt aan twee kanten

Loading

De pennen zijn geslepen 

Sinds donderdagavond 27 oktober 2016 wordt elke donderdag om 20.30 uur het nieuwe televisieprogramma ‘De Pennen zijn Geslepen’ van de AVROTROS uitgezonden. Een programma met bekende en voor mij minder bekende Nederlanders, met of zonder schrijfervaring, die op een soort schrijfvakantie zijn en onderricht krijgen in het schrijven van een moorddadig goed verhaal. Succesvol thrillerschrijfster Saskia Noort en literair agenten Paul Sebes en Willem Bisseling nemen de deelnemers bij de hand op reis in de wereld van de schrijver.

Aangezien er ook een schrijfwedstrijd aan verbonden is waaraan het gewone publiek kan meedoen, met als juryprijs een masterclass door Paul Sebes en Willem Bisseling in Spanje en als publieksprijs een cursus literair debuteren door dezelfde heren maar dan in Amsterdam, heb ik ook de digitale pen laten vloeien en mijn eerste 150 woorden ingeleverd, in de hoop bij de 10 finalisten te eindigen en mijn verhaal aan te kunnen vullen tot 750 woorden. Finalist of niet, het verhaaltje wordt in ieder geval afgemaakt.

Waar schrijven voorheen alleen voor geletterden was of voor degenen die met een beitel en een stuk steen wisten om te gaan, is door de komst van de leerplicht in de 19e eeuw en met de komst van het internet in de 20e eeuw, het schrijven steeds toegankelijker geworden. Of de kwaliteit van het schrijven daarmee verbeterd is, is nog maar de vraag. Waren er vroeger nog maar een paar boeken die door de monniken werden gekopieerd, tegenwoordig kan elke enthousiasteling via een copyshop zijn of haar monnikenwerk onder de mensen krijgen.

Op basis van een onderzoek van dagblad Trouw uit 2007 gebaseerd op 2629 ondervraagden, zouden er 1 miljoen Nederlanders zijn die zich met schrijven bezighouden, 90.000 hiervan zouden de ambitie hebben van schrijven hun beroep te maken. Een aanzienlijk aantal Nederlanders is dus op de één of andere manier met schrijven bezig. Van dagboek tot blog, van kort verhaal tot boek, er wordt wat afgeschreven.

Programma’s over boeken zijn er al een tijdje, waarin met de schrijver of de lezer wordt gesproken over het boek of het leven, maar programma’s over het vak schrijven zijn er een stuk minder. Hobbyisten die zich echt in het vak willen verdiepen zijn al snel gebonden aan cursussen, schrijfvakanties of zelfs de schrijversacademie – allemaal een flinke investering in je eigen vaardigheid, wat niet voor iedereen is weggelegd. Een televisieprogramma lijkt mij dan een goede toevoeging voor de eerste kennismaking met de schrijverswereld, zeker op de publieke zender. Het mocht eens tijd worden.

Ondertussen worden de ambitieuze deelnemers in de riante schrijfboerderij getrakteerd op een gesprek met een mevrouw die een moord gepleegd heeft, wat op mij enigszins bizar en choquerend overkomt, maar hoe kom je anders in het hoofd van een moordenaar? Kun je iemand zomaar veroordelen zonder de feiten te weten en hoe gerechtvaardigd is een moord eigenlijk? Is een moord überhaupt te rechtvaardigen? Het gesprek maakt overduidelijk diepe indruk op de deelnemers.

Na dit gesprek worden de schrijvers in opleiding meegenomen naar een in scene gezet plaats delict. Thrillerschrijfster en forensisch rechercheur Carina van Leeuwen laat haar aanstaande collega’s voor een keer onbelemmerd de plaats delict vervuilen, waar zijn de haarnetjes en handschoenen, en probeert de cursisten duidelijk te maken waar objectief naar gekeken moet worden, zonder gelijk conclusies te trekken, iets waar sommige deelnemers wat moeite mee hebben. De interessante les van Carina is ten einde en vervolgens ontfermen Paul Sebes en Willem Bisseling zich over de deelnemers, die ze voeden met de technische kant van het schrijven; de w’s, de p’s en de s-en. Een aantal deelnemers heeft wat moeite om bij de droge materie geconcentreerd te blijven. Om de aandacht er weer bij te houden wordt de dag zoals altijd bij een schrijfcursus afgesloten met wat schietoefeningen, als we er toch zijn.

Met een kladblok vol aantekeningen en taartdiagrammen, gaan de schrijvers aan de slag om hun eerste verhaaltje van 750 woorden te schrijven. Onder begeleiding van een misplaatst onheilspellend achtergrondmuziekje zien we de schrijvers zwoegen, schrijven en schrappen. Kwalificatie voor de volgende aflevering staat immers op het spel.

De jury buigt zich over de verhaaltjes en geeft een juryrapport nadat elke deelnemer zijn of haar verhaaltje heeft voorgelezen. De een heeft zijn fantasie gebruikt, de ander blijft dicht bij zichzelf en schrijft bijna autobiografisch. De een gebruikt humor – wat nog steeds controversieel blijkt te zijn, de ander schrijft bijna dichterlijk. Geen enkel verhaal is hetzelfde.

Uiteindelijk besluit de jury alle deelnemers door te laten gaan naar de volgende aflevering, zonder een echte winnaar van de aflevering te noemen. Een beetje een anticlimax. Als je dan toch een spelelement wilt maken van het programma, moet je dat naleven ook natuurlijk.

Ondanks de onduidelijke structuur, de misplaatste mysterieuze achtergrondmuziek en het gebrek aan vermaak in het programma ben ik toch benieuwd naar de volgende afleveringen, in de hoop op verbetering en nieuwsgierig naar het spelelement.

Mijn inzending voor ‘De pennen zijn geslepen’

Het mes snijdt aan twee kanten
Het broodmes zakt diep in het vlees. Geen sensatie, geen extase, maar verwarring. Waarom voel ik nu ook niets. Langzaam druk ik het mes dieper, totdat ik het bot van mijn pols raak. Een scherpe, brandende pijn overmant me. Heerlijk. Het bloed sijpelt via het lemmet langs mijn hand op de grond en vormt een plas. Een gevoel van gelukzaligheid. Ik leef. Sterf, verdomme. Ik voel de kracht uit mijn benen wegvloeien, eindelijk grip op mijn leven.
‘Wat sta je nou te dromen, Iris. Dat mes wordt niet vanzelf schoon. Hier, een theedoek. Treuzel niet zo, ik heb nog meer te doen.’ Ma smijt de theedoek in mijn gezicht, het mes valt op de grond. Ik zak door mijn knieën en raap het mes op. Ongeduldig staat ze met een net gesopt mes te wachten. Zal ik? Ik droog de messen en leg ze in de besteklade. Morgen, echt.

Loading

Het mes snijdt aan twee kanten (deel 1)

Het broodmes zakt diep in het vlees. Geen sensatie, geen extase, maar verwarring. Waarom voel ik nu ook niets. Langzaam druk ik het mes dieper, totdat ik het bot van mijn pols raak. Een scherpe, brandende pijn overmant me. Heerlijk. Het bloed sijpelt via het lemmet langs mijn hand op de grond en vormt een plas. Een gevoel van gelukzaligheid. Ik leef. Sterf, verdomme. Ik voel de kracht uit mijn benen wegvloeien, eindelijk grip op mijn leven.
‘Wat sta je nou te dromen, Iris. Dat mes wordt niet vanzelf schoon. Hier, een theedoek. Treuzel niet zo, ik heb nog meer te doen.’ Ma smijt de theedoek in mijn gezicht, het mes valt op de grond. Ik zak door mijn knieën en raap het mes op. Ongeduldig staat ze met een net gesopt mes te wachten. Zal ik? Ik droog de messen en leg ze in de besteklade. Morgen, echt.

Deel 2: 16 november

Deelnemer ‘De Pennen Zijn Geslepen’ AVROTROS

Loading