Vermaeck ende Vertyr

Deze week is het Sail Amsterdam, iets waarvan mijn hart toch wel sneller gaat kloppen. Om meerdere redenen.

Nou sta ik niet bepaald bekend om mijn zeebenen. Sterker nog: op het voor anker liggende VOC-schip ‘Batavia’ in Lelystad loopt mijn gezicht bij de minste beweging groengeel aan van de misselijkheid en zak ik bijna door mijn benen door de knikkende knieën. Dat heeft me er niet van weerhouden het schip al drie keer te hebben geënterd. Ook het zien bouwen van de ‘Batavia’ had iets magisch als tiener met interesse voor bouwkunde en de Marine. De fantasie loopt met je weg als je de torenhoge masten vanaf het dek aanschouwt, de kilometers scheepstouwen, kanonnen en houtbewerkingen ziet, fantasie genoeg om een nautisch verhaaltje te schrijven.

Ambities van een carrière bij de Marine bleken al op jonge leeftijd een illusie te zijn toen ik in mijn rubberbootje over de woeste Oude Rijn peddelde en menig zandschuit nog maar net wist te missen, ook mijn feitelijke afkeuring voor de dienstplicht (ja, zo oud ben ik) was natuurlijk een onoverkoombare hindernis als je bij enig leger onderdeel wilt.

Toch raak ik nog steeds in vervoering bij het zien van Marinetuig of alles met één of meerdere masten. Het blijft een magisch gezicht als je de ‘Batavia’ of de ‘Amsterdam’ ziet liggen in de haven, of wanneer de machtige Kruzenstern voorbij komt glijden. De Temeraire reeks van Naomi Novik spreken mij dan ook weer aan om diezelfde reden, de aanwezigheid van draken maakt het dan weer extra leuk, ook televisieseries als Hornblower spreken mij tot de verbeelding, Ioan Gruffudd maakt het daar dan weer extra leuk.

Iets minder heb ik dan weer met menig Shantykoor. Een groep, bestaande uit voornamelijk mannen, die uit volle 55+ borst met volle overtuiging bulderen over Piet Pieterszoon Heyn en hoe groot zijn daden wel niet benne. Leuk voor op de achtergrond, maar snel weer doorlopen. Ook het verafgoden van de VOC mentaliteit is niet iets om trots op te zijn natuurlijk, ongeacht context of tijdgeest.

Ook het moderne wapentuig heeft toch wel een plekje in mijn hart. Meerdere malen hebben we een bezoek gebracht aan de Marinedagen in Den Helder, om van zeer dichtbij te voelen en ervaren hoe het is om op zo’n schip te verblijven. Zelfs mijn zoon koos voor een opleiding bij de Marine, iets waar ik natuurlijk geen enkel probleem mee had. Al snel bleek dit toch niet de juiste keuze en is hij nu zeer tevreden met een opleiding als monteur. Gelukkig hebben we de foto’s nog.

Een andere reden, die Miriam en Ann volmondig zullen bevestigen, is de bezetting van deze prachtige schepen. Honderden mannen en vrouwen die keurig in matrozenuniform of officierenuniform de schepen opvullen, de wandnetten op rennen, zeilen hijsen en commando’s blaffen om vervolgens de kades en steden onveilig te maken.

Een gezellig dagje winkelen in de Kalverstraat krijgt toch wat extra’s wanneer je de winkel uit wandelt en je opeens omringt bent door zo’n 20 matrozen, knikkende knieën om een andere reden.

Ik bedoel, zeg nou zelf, hè, dat bedoel ik.

Niet alleen heb ik diep respect voor mensen die hun leven willen riskeren, hun leven in dienst zetten van de medemens (zowel Politie, Brandweer, Ambulance als Defensie), zonder de held uit te hangen of daar een heldenstatus voor willen (ik probeer me er nu gewoon uit te praten, dat mag wel duidelijk zijn), het oogt natuurlijk ook nog eens plezierig. Begrijp me niet verkeerd: ik ben faliekant tegen oorlog en geweld, maar heb wel wat met uniformen en parades. Het liefst zou ik zo in de rij springen en meedoen, iets wat dan ook een ‘work in progress’ is.

Tot die tijd gaat deze Piet Piraat genieten van Sail en ik moest geloof ik nog naar Waterstone’s.