Opgelicht

Peter scheurde met zijn sportauto door de straten van Amsterdam. Met zijn zwarte haar, gladgestreken door de vele gel, spiegelende zonnebril en sigaret in de mond reed hij soepel door het drukke verkeer en schroomde niet om regelmatig zijn claxon te gebruiken wanneer een andere bestuurder niet sportief genoeg naar zijn zin handelde.
Voetgangers draaiden hun hoofd bij elke keer dat de claxon afging en staarden de uitslover in zijn donkerrode Tesla cabrio na. Breed grijnzend keek hij het plebs aan terwijl hij de stereo nog harder zette, de muziek van Jay Z’s ’99 problems’ deed de ramen trillen als hij voorbij reed.
Vanaf de Stadhouderskade draaide hij, uiteraard met te veel wielspin, de Hobbemastraat op. Het was dan wel een jaar geleden sinds hij hier voor het laatst was, maar het voelde alsof hij nooit was weggeweest. Vorige week had hij zijn tijdelijke bewoner, Harry Vierling, gebeld vanuit Italië om door te geven dat hij zijn appartement weer nodig was. Een jaar onderduiken zou toch genoeg moeten zijn.
Dit was zijn gebied, zijn thuis: de P.C. Hooftstraat, de Nederlandse variant van Rodeo Drive. Highclass winkels, bekende Nederlanders die de straat op en neer paraderen met hun chihuahua of labradoodle om gezien te worden, aandachtsgeile acteurs die met de auto van de week door te straat rollen. Hij bewerkte ze allemaal en allemaal trapten ze in zijn spelletjes.
Opzichtig parkeerde hij zijn Tesla tussen twee geblindeerde SUV’s en stapte uit. Zijn antraciet Christian Dior pak, Italiaanse lakschoenen en roze stropdas maakte dat hij perfect paste in dit wereldje. Peter Smalling, oplichter extraordinaire.
Oplichten zat in zijn bloed, hij kon niet anders. Wat begon met een handeltje in valse bioscoopbonnen op zijn twaalfde, was uitgegroeid tot een serieuze business in Grieks onroerend goed. Een wereld waarin zoveel zwart geld in omloop was, dat Griekenland in één klap uit de crisis had kunnen zijn.
Een keiharde wereld, achter de schermen, met gesjoemel, dik gevulde blanco enveloppen onder de tafel om ambtenaren om te kopen, jezelf in de schulden werken in de hoop dat een deal goed uitpakt. Het was het risico waard geweest, nu vele miljoenen euro’s later
Contacten met de onderwereld was hem ook niet vreemd. Soms was er wat lichte drang nodig om bepaalde figuren wat enthousiaster te maken voor je deal.
Rustig paradeerde hij door de straat en bleef staan om een praatje te maken met een oude klant.
‘Van Vliet, hoe is het ermee? Bevalt het op Kos?’ vroeg hij aan Jack van Vliet, nadat hij zijn kenmerkende stevige handdruk had gegeven.
‘Kerel, ja prima. Prachtig stukje Griekenland. Jammer van die aanspoelende terroristen, maar dat had niemand kunnen zien aankomen,’ antwoordde hij met een grijns.
‘Mooi zo, ik moet verder. De groeten, hè.’ Niet te lang blijven hangen, straks stelt hij nog vragen. Peter wist wat hij verkocht had. Een stuk grond met zware vervuiling, een villa met verborgen gebreken, voor de koper ieder geval.
Hij stak de sleutel in de eiken houten deur naast Tiffany & Co, de smalle opgang was typisch Amsterdams. Van buitenaf was niet in te schatten naar wat voor weelde een enkele deur leidde. Twee jaar geleden had hij zijn buren uitgekocht en de muren laten doorbreken via een bevriende architect.
Een interieurarchitect had vervolgens, zonder budget, zichzelf laten gaan.
Peter hing zijn jasje over een veel te moderne stoel, schonk zichzelf een glas whisky zonder ijs en nam plaats in zijn hang-ei. Het briefje dat Harry had achtergelaten op de tafel onthulde niet veel nieuws: diverse telefoontjes, deurwaarders, lekker belangrijk. Hij maakte een prop van het papiertje en smeet het in de richting van de keuken.
Een harde knal maakte plots een eind aan de rust in huis.
Het slot van de voordeur was met een stormram gescheiden van het duurzame hout en de deur knalde tegen de muur.
‘Politie! Politie!’ schreeuwden de leden van het Snelle Interventie Eenheid. Het team was opgeroepen zodra de politie het telefoontje van Harry had gekregen, en stond al een uur opgesteld in twee geblindeerde SUV’s. De zes leden waren uit de auto’s gestapt toen ze zagen dat Peter zonder een enkel vermoeden de voordeur achter hem dicht deed. Met de pistoolmitrailleur in de aanslag, kogelwerende helmen en kogelwerende schermen stormden ze de woonkamer binnen.
‘Liggen! Op de grond, nu!’ blafte de leider.
Peter had niet eens de tijd om zich uit zijn hang-ei te werken en werd op de grond gedrukt door twee leden van het team, terwijl twee anderen de ruimte verkenden op mogelijke wapens.
Met de handen op de rug, zijn hoofd op de grond gedrukt door een knie van een arrestatie lid, werden de handboeien omgedaan en werd hij overeind geholpen. De rechercheurs waren ondertussen de woning binnengekomen en namen de Peter over van het team.
De P.C. Hooftstraat was ondertussen gevuld met politiewagen en een arrestantenbus. Het winkelend publiek werd door uniformen op afstand gehouden.
De oplichterspraktijken van Peter Smalling leken voorbij.
Van bioscoopbonnen tot luxe villa’s, van luxe appartement naar de gevangenis met alleen een vetplantje.