Lach niet, gedraag je naar je ziekte

Die grimassen die lachen worden genoemd, zijn niets anders dan een plotseling gevoel van triomf veroorzaakt door de onverwachte ontdekking van de één of andere voortreffelijkheid in onszelf tegenover de zwakheid van anderen, of tegenover die van onszelf uit een periode die achter ons ligt. Zo omschreef Thomas Hobbes het in Human Nature (1650)

Ondanks de soms grote culturele verschillen, heeft de mens ook een gewoonte die duidelijk universeel is: lachen. Hoewel de reden om te lachen per persoon verschilt, is de manier van lachen vaak hetzelfde. Een nog onontdekte volksstam in het Braziliaanse regenwoud, lacht precies hetzelfde als jij en ik. Iedereen weet hoe het is om te lachen als een ‘boer met kiespijn’ of om uit te barsten in een oncontroleerbare ‘slappe lach’. Hi-hi-hi, ha-ha-ha en ho-ho-ho is in elke taal te begrijpen.

Waar precies om gelachen wordt, verschild wel per land, streek of dorp. Een Belgenmop zal minder snel grappig zijn in Noorwegen, en Britse humor is toch echt een aparte soort humor. Een cabaretier zal in Groningen de zaal plat kunnen krijgen, terwijl in Leiden de zaal stil zal blijven. Terwijl in de dierenwereld ‘je tanden laten zien’ misschien als een vorm van agressie of angst wordt gezien, is het bij de mens juist een vorm van blijdschap. Wat natuurlijk erg verwarrend kan werken als je blij bent een roofdier te zien. Om een conflict te voorkomen, of niet te laten escaleren, glimlach ik vaak zenuwachtig. Ogenschijnlijk zonder er over na te denken, een automatische reactie. Een soort van ontwapening van een ongemakkelijke situatie.

Anderen brengen een slechte boodschap met een lach, om de pijn te verzachten: ‘Je bent ontslagen, maar gelukkig ben ik het niet’. Of proberen hun eigen mening te verhullen door een cynisch lachje achter de boodschap te plaatsen, waarmee ze eigenlijk zeggen dat ze de ontvanger van de boodschap een eikel vinden, zonder het daadwerkelijk in hun gezicht te zeggen. Die ene collega die je al jaren een sukkel vindt, kun je op die manier dagelijks een hak zetten, in de hoop dat de ander het niet doorheeft (wat het juist leuker maakt).

Geen leuker vermaak, dan leedvermaak. Iemand onderuit zien gaan, levert bij de meesten ook een reactie van de lachspieren op. We proberen niet te lachen omdat het niet netjes is, maar we lijken er soms geen controle over te hebben. Funniest Home Videos, of het veel leukere What Went Down, zit bomvol lachwekkende bloopers. Ongegeneerd lachen om de knulligheid en pijn van iemand anders, omdat jij het niet zelf bent en het jou natuurlijk nooit zou gebeuren.

Probeer je lach ook maar eens in te houden als er 20 Nieuw-Zeelanders vlak voor je een welkomstgroet opvoeren. Omdat je weet dat lachen niet respectvol is, staat de lachspier al strak. Niet dat je ze wilt uitlachen, maar puur omdat je jezelf geen houding weet te geven, gaan de mondhoeken vanzelf al omhoog.

Ook zijn er andere momenten dat lachen niet gepast is. Een begrafenis is overwegend een gebeurtenis waar weinig gelachen wordt, afhankelijk hoe de relatie met de ter aarde- of ovenbestelde was. Misschien dat er vanbinnen veel gelachen wordt, of vreugdedansjes worden gemaakt, in de regel kent de ernstige aangelegenheid een soepelere afhandeling als tijdens de dienst zo weinig mogelijk gelachen wordt. Tijdens de koffie-en-cake ronde is er vaak wel ruimte voor een voorzichtige glimlach, om de opgekropte spanning te ontluchten met een weemoedige lach. Dan is er tijd om het afgesloten leven te vieren, omdat wij denken hij/zij dat zo gewild zou hebben. Huilen kan altijd nog, een andere typisch dierlijke gewoonte.

Ook is er niets fijner om eens heerlijk hysterisch te lachen, niet op een begrafenis bedoel ik, maar opzichzelfstaand. Jezelf laten gaan, schuddebuiken van het lachen. Zo hard lachen dat je met de benen gekruist, leunend tegen de muur, krom staat van het lachen. De tranen over je wangen laten rollen, schateren van het lachen. Om niets, gewoon om iets onbenulligs. Het lucht zo op, juist als het op een onverwacht moment komt. Ik loop ook regelmatig te giechelen als ik weer eens een briljant binnenpretje heb, die dan vaak weer te ‘nerderig’ voor woorden is om te delen. Ik kan dan ook erg moeilijk iets voor mezelf houden, ik lig van binnen al in een deuk.

Tijdens momenten van ziekte, is het toch fijn om de mondhoeken af en toe naar de wenkbrauwen te laten wijzen. Hoe moeilijk het soms ook is. Een keertje lachen betekent niet dat je niet meer depressief bent, maar als je depressief bent betekent het niet dat je niet meer mag lachen. Om de een of andere reden is het voor de buitenwereld soms moeilijk te bevatten dat de twee samengaan; óf je bent depressief, of je lacht. ‘Gedraag je naar je ziekte’ is het gevoel dat anderen je dan geven. Een schuldgevoel dat opgelegd wordt als je per ongeluk een goed momentje in een rottijd hebt.

‘Je moet wel blijven lachen,’ is ook wat je regelmatig krijgt te horen als je in een depressie zit. Mijn antwoord is vaak: ‘Man, het is hilarisch. Ik lig in een deuk.’

Een beetje gênant is het natuurlijk wel als je de enige bent die ergens om lacht. Of als je om alles lijkt te lachen, terwijl de situatie er niet om vraagt. Of zoveel lacht, dat je als minister-president niet echt serieus meer wordt genomen. Geniet, maar lach met mate.

Loading