De sleutel brandt in mijn hand, het hete metaal laat een onuitwisbare afdruk achter in mijn huid. De geur van brandend vlees prikt in mijn neus.
De sleutel, de toegang naar mijn verleden. Ik probeerde het achter me te laten, maar vluchten bleek zinloos. Des te harder ik rende, des te meer ik merkte dat ik niet zonder kon. Ik schaamde me en probeerde te leven met mijn behoefte, anderen hadden minder geluk.