Opruimwoede

Geluidloos opent Casper de slaapkamerdeur. De kamer draait voor zijn ogen. Op zijn sokken schuifelt hij verder. ‘Sst, kijk uit voor het bed,’ fluistert hij. De blauwe plek op zijn scheenbeen herinnert hem nog aan de vorige ruzie. Zachtjes hijgend knoopt hij met een hand leunend tegen de kledingkast zijn blouse los.
De ruzie was fel geweest. Hij had dingen naar Iris gegooid, zoals hij vaker deed wanneer zij bij hem het bloed onder de nagels vandaan haalde. Hij bleef nooit lang kwaad op haar. Morgenochtend zou alles weer vergeven en vergeten zijn.
Vloekend struikelt hij over een obstakel naast het bed. Niet bij zinnen om zichzelf op te rapen, ligt hij op de grond en valt in een diepe slaap.

Iris hoorde hem zwaar hijgend de slaapkamer binnengaan. Casper kon nooit zachtjes doen, zeker niet als hij met de jongens had gedronken en in een van zijn kwade buien was. Ze vergaf het hem altijd. Toen ze het gekraak van de bovenste traptrede hoorde, had ze het dekbed nog verder over zich heen getrokken. Ze was het ondertussen gewend geraakt om in de logeerkamer te slapen. Hij wilde geen hulp, had hij geschreeuwd. Het flesje bier dat hij daarvoor nog in zijn hand had, vloog tegen haar hoofd. Woest was hij weggestormd.

Ze hoort hoe Casper tegen de kledingkast botst, waarschijnlijk in een poging zich van zijn kleding te ontdoen. De houten vloer trilt wanneer haar aanstaande ex over zijn ingepakte reistas struikelt.
Morgen begint de grote schoonmaak.

Vind dit microverhaal leuk? Klik dan hier om naar Sweek te gaan en het verhaal een like te geven. Bedankt!

Loading